Dit waren jagers – en de haai beneden, getekend en gewond, was hun prooi geweest. Aarons stem trilde. “Marcus…” Hij slikte en fluisterde toen net hard genoeg zodat hij het kon horen. “Ze komen eraan.” Even begreep Marcus het niet. Toen klikte het. De kustwacht. Aaron had ze vast al opgeroepen. Opluchting vermengde zich met angst.
Ze hoefden alleen maar vol te houden tot er hulp kwam. Marcus stak zijn handen langzaam omhoog, om zich over te geven. De piraten snauwden bevelen en ontdeden hen stukje bij beetje van hun uitrusting. De ene hield de wacht met het harpoengeweer losjes op hen gericht, terwijl de andere over het gangboord leunde, klaar om naar de verdoofde vissen te duiken die in groepjes omhoog dreven.