De andere piraat schreeuwde van beneden, zijn stem gedempt door de golven, en eiste dat hij weer aan boord werd gehaald. De spanning liep op, een storm verzamelde zich op het dek. Marcus’ borst brandde van hulpeloze woede, het gewicht van de vernietiging van het rif drukte op hem. En toen – een nieuw geluid. Een diepe golf water, krachtig en snel, die onder het oppervlak doorsnijdt.
Marcus’ ogen verwijdden zich toen een enorme schaduw in de richting van de rijzende figuur in de golven schoot. Marcus’ adem stokte in zijn keel. Door de verschuivende golven zag hij de piraat worstelen om terug op de boot te klimmen, met zijn vingers klauwend naar het gangboord. Achter hem spleet het water met angstaanjagende kracht.