Toen Aaron water inschonk, tikte ze op zijn pols. “Niet zo vol, schat. We verzuipen onze glazen niet.” Hij corrigeerde zijn inschenkingen met een kleine, jongensachtige grijns, kreeg een tevreden knikje en ademde uit als een leerling die ondanks kleine foutjes een goed cijfer krijgt.
Gesprekken kwamen ook van tevoren. Gezondheid, werk en het weer waren de enige gespreksonderwerpen. Het gelach was oprecht aangenaam, maar beheerst en beheerst. Evelyn vertelde een anekdote over haar werk toen de vrouw halverwege zei: “Adem in door de neus; dat straalt kalmte uit.” Aaron inhaleerde op commando, een reflex geboren uit jaren van toewijding.