In de gang bleef Evelyn staan bij een foto van de kleine Aaron met samengeknepen schouders en een voorzichtige glimlach. “Hij heeft geleerd zich goed te houden,” zei zijn moeder. De zin klonk anders in Evelyns borst: Hij leerde zichzelf in te houden. Het was een hele kindertijd in toom gehouden.
Aaron haalde jassen zonder dat hem dat gevraagd werd, vouwde langs de naden alsof stof normen had. Zijn moeder paste fluisterend een mouw aan en kuste zijn wang. Het leek op liefde, en in veel opzichten was het misschien ook liefde. Maar het leek ook op een les die nooit leek te eindigen.