Ze haatte het dat hij haar zo moest zien, dat de lach die ze ooit deelden vervangen was door steriele routines en geklets. Ze wilde het hem gemakkelijker maken, doen alsof ze sterker was dan ze zich voelde.
Maar de scheuren vormden zich, fijne lijntjes onder het oppervlak die geen van beiden wilde benoemen. Op een middag kwam hij gekleed binnen voor een vergadering. Zijn haar was netjes gekamd, zijn stropdas recht. Hij leek op de versie van hem die ze zich herinnerde van voor het ziekenhuis, en heel even was ze jaloers op degene die vandaag tegenover hem mocht zitten.