Op een kruispunt stopte ze en keek achterom. Ze leek dit reflexmatig te doen, niet eens met de intentie om bewust te controleren. Evan bevroor in de schaduw van een gesloten bakkerij. Ze zag hem niet. Ze liep verder in de richting van een ouder woonblok, haar houding verzachtte pas een beetje toen ze in een rustiger omgeving kwam.
Ze stopte bij een versleten bakstenen gebouw met afbladderende verf en een grasveldje dat te klein was om een tuin genoemd te worden. Ze glipte naar binnen via een kelderingang, met een sleutel die er oud uitzag. Evan wachtte een minuut voordat hij een rondje om het blok maakte en het gebouw weer passeerde.