Met tegenzin knikte Daniel. Hij voelde de ogen van Claire op hem gericht vanaf de veranda, maar hij kon zich nu niet terugtrekken. Dit was zijn land, zijn thuis, en nu was zijn expertise het enige anker tegen de chaos. Hij hurkte bij de rand en trok met een gehandschoende hand over de verstoorde lagen. “Dit was geen natuur. Dit was menselijk.”
Naarmate er meer puin omhoog kwam, rekte de tunnel zich verder in het duister uit. Werklui lieten een camera zakken, waarvan de beelden trillerig maar duidelijk genoeg waren om het ruwe houtwerk te laten zien. Daniel leunde dichter naar de monitor, zijn maag werd gespannen. “Dat is geen natuurlijke leegte,” zei hij. “Die steunen heeft iemand daar neergezet. Dit is gegraven.”