Enorme put verschijnt op het land van een familie. Wat de politie op de bodem vindt laat iedereen bevriezen

Daniel drukte zich tegen de muur, ademde oppervlakkig. Hij had nog nooit zo’n rauwe, wilde wanhoop gezien. De man mompelde vloeken en weigerde iemand in de ogen te kijken. Maar de oranje overall onder zijn smerige jas vertelde het verhaal dat zijn zwijgen niet zou vertellen. Hij was niet zomaar iemand. Hij was een gevangene.

“Waar leidt deze tunnel naartoe?” vroeg de agent, terwijl hij hem overeind sleepte. De gevangene spuugde op de grond, maar de blik die hij op de tunnel wierp verraadde het al. De richting was niet naar de stad. Het was terug in de richting van stenen muren en prikkeldraad. De tunnel was niet willekeurig – het was een ontsnappingsroute.