Enorme put verschijnt op het land van een familie. Wat de politie op de bodem vindt laat iedereen bevriezen

Daniel had zich altijd gelukkig gevoeld. Als geoloog bracht hij lange uren door met het bestuderen van kaarten, grafieken en boormonsters, maar hier had hij wat hij zijn “vreugdeplek” noemde Een gezin. Een thuis. Grond die stevig onder zijn voeten had moeten liggen. Hij had nooit anders gedacht.

De dag ging zachtjes voorbij. Claire ruimde de keuken op, neuriede zachtjes, terwijl Daniel een paar e-mails voor zijn werk beantwoordde. De jongens renden in en uit, hun gympen speurden vuil over de vloer. Het was lawaaierig, rommelig, mooi. Daniel dacht vluchtig dat dagen als deze het bewijs waren van een goed geleefd leven.