Claire’s schreeuw doorkliefde de lucht, de jongens schreeuwden van schrik. Daniel rende de trap af, zijn lichaam sneller dan gedacht. Tegen de tijd dat hij naar buiten stormde, was de halve tuin verdwenen in een afgrond. Het zinkgat was onvoorstelbaar groot, de grond brokkelde nog steeds in golven af, alsof het land zichzelf opslokte.
Buren stroomden naar de veranda’s, stemmen klonken in verwarring. Ergens verderop in de straat blafte een hond verwoed. Claire hield de jongens tegen zich aan, haar ogen groot van angst. Daniel stapte ondanks het gevaar dichter naar de rand, zijn geologeninstinct overheerste de paniek. Wat hij daar zag deed zijn maag draaien.