Sandra was nauwelijks op adem gekomen na de bevalling toen twee verpleegsters plotseling verstijfden en scherpe blikken naar Jake wierpen. De ene mompelde iets tegen de dokter en binnen een paar seconden wendde hij zich met een geforceerde kalmte tot Jake. “Meneer, u moet even naar buiten komen.” Jake bevroor, verbijsterd.
Sandra keek vol ongeloof toe hoe Jake probeerde te vragen waarom, maar de toon van de dokter verhardde. “Nu, alsjeblieft.” De urgentie voelde niet op zijn plaats, bijna verkeerd. Jake aarzelde slechts een seconde voordat hij terugliep naar de deur, zijn gezicht onleesbaar. Toen de deur achter hem dichtviel, veranderde de energie in de kamer.
De verpleegsters controleerden onmiddellijk Sandra’s polsbandje opnieuw en daarna die van de baby. Hun stemmen namen af tot gefluister en hun ogen schoten herhaaldelijk naar de deur die Jake net had verlaten. Sandra voelde haar keel dichtknijpen. Er klopte iets niet en niemand vertelde haar wat er aan de hand was.