Ze stond op als een storm. Haar lichaam strekte zich uit, haar schouders golvend. Haar hoofd naar beneden, oren naar achteren. Toen kwam het gegrom. Het rolde als een donderslag door de ruimte. Een waarschuwende stap naar voren. Nog een. De wachter bevroor. “Ze bewaakt hem,” fluisterde iemand. “Ze denkt dat we haar baby meenemen.”
“Terugtrekken,” beval Asha. “Nu.” Het team trok zich snel terug. Meera sloop achter hen aan, met haar staart door de lucht, en plaatste haar massieve lichaam tussen hen en de pup. Nibbles keek toe vanachter een boomstam, onzeker of hij de vreemdelingen moest volgen of moest blijven.