Een puppy valt in een tijgerpark – dierenverzorgers konden niet geloven wat ze zagen

Verdriet had zijn partner gestolen en verantwoordelijkheid had zijn rust gestolen. Maar Jamie was alles wat hij nu had. En dat moest iets betekenen. Toen verschoof er iets. Het gebeurde op een dinsdag. Jamie zat in de klas uit het raam te staren, zijn hoofd steunend op zijn hand, zijn ogen glazig. Zijn leraar vertelde over breuken, maar hij luisterde niet.

Het kon hem niet schelen hoeveel helften een geheel maakten. Zijn geheel was al gebroken. Toen zag hij ze. Aan de overkant van de straat liep een kind met zijn moeder. Ze waren ergens om aan het lachen – Jamie kon niet horen wat – maar dat kon hem niet schelen. Wat hem opviel was het kleine wezentje dat naast hen aan het stuiteren was. Een puppy.