Hij vertelde zichzelf dat hij in orde was. Dat zei hij twee keer tegen zichzelf, en toen nog een derde keer. Maar zijn handen bleven stijf aan het stuur gekleefd. Hij reed voorover gebogen, zijn ogen schoten heen en weer tussen de spiegels en de weg, wachtend op iets dat hij niet kon benoemen.
Een bocht kwam scherp en plotseling, half ondergelopen in de berm. Hij vertraagde, maar de banden van de aanhanger sisten onheilspellend en de hele truck schokte. Het geluid dat volgde was een misselijkmakende, harde klap en de echo van iets zwaars dat losschoot.