Hij zette de radio aan en werd alleen begroet door ruis. Niet eens het zwakke geluid van AM praatprogramma’s. “Ik denk dat ik geen andere keuze heb dan van de stilte te genieten,” zei hij tegen niemand, terwijl hij uit gewoonte toch aan de knop draaide. De radio gaf hetzelfde doodse gesis. Dan stoorde zich er niet echt aan. Dit was eerder gebeurd op dagen met slecht weer.
Hij controleerde zijn telefoon, die even flikkerde en toen weer weg was. “Deze route is sowieso een dode zone,” zuchtte hij. Hier, mijlenver van alles, behoorde de weg toe aan de regen en de motor. Alleen hij, de storm en een aanhanger vol met spullen van iemand anders zouden overblijven.