Toen ze de open plek betrad, werd ze overspoeld door een golf van onbehagen. Het was alsof de bomen zelf geheimen fluisterden, de wind droeg een griezelige stilte met zich mee. De plek waar de bol had gezweefd voelde nu anders en Theresa werd achtervolgd door de herinnering aan die noodlottige dag.
Verschillende nachten lang keerde ze terug naar de open plek, in de hoop nog een glimp op te vangen van het gloeiende fenomeen. Maar keer op keer ontmoette ze niets anders dan de koude, onverschillige duisternis. Het bos leek vol verwachting, maar toch verscheen de bol niet.