Zonder aarzelen ging ze er achteraan, de bomen vervaagden terwijl ze haar ogen gericht hield op het vreemde schijfvormige object. Het bewoog doelgericht en trok haar dieper het bos in. Bij elke stap voelde ze zowel angst als opwinding, gedreven door de behoefte aan antwoorden.
Maar net als voorheen bereikte de bol de klif en verdween in een oogwenk. Het ene moment was hij er nog en het volgende was hij verdwenen. Theresa stond aan de rand van de klif en staarde in de afgrond, haar hart bonkte in haar borstkas. Ze was weer alleen, zonder antwoorden.