Haar oom verbood haar de zolder te betreden – na zijn dood verandert wat ze vindt alles

Ze zeggen dat het huis nu van haar is. De papieren zijn getekend. De sleutels zijn van haar. Maar als Elise aan de voet van de zoldertrap staat, voelt ze geen eigenaarschap. Alleen het gewicht van een belofte die ze lang geleden heeft gedaan. Eén die ze hardop moest herhalen van haar oom.

Hij had haar gezegd weg te blijven van de zolder. Nooit, onder geen enkele omstandigheid, zou ze naar binnen gaan. Niet zolang hij leefde. Niet zolang ze daar woonde. Hij had nooit uitgelegd waarom. De deur was altijd op slot en ze vroeg het nooit twee keer. Sommige dingen hoefden toen niet beantwoord te worden.

Maar nu is het huis leeg. Haar naam staat op het testament. De zolder is nog steeds op slot, maar de sleutel zit in haar handpalm. Ze weet niet wat ze verwacht aan te treffen. Iets. Niets. Hoe dan ook, het voelt alsof ze een lijn overschrijdt die hij met permanente inkt heeft getekend.