Ze had de keukenmuren geschrobd, een kastdeurtje vervangen en drie aannemerszakken met rommel opgeruimd, maar dat maakte niets uit. Het hele huis stonk nog steeds naar oude isolatie, schimmel en iets dat moeilijker te benoemen was.
Misschien bitterheid. Misschien verdriet. Elke dag zei ze tegen zichzelf dat ze weg zou gaan. Elke dag deed ze het niet. Er was altijd wel iets te repareren. Iets om te ontdekken. De volgende ochtend reed Elise naar de stad om de lucht anders te voelen bewegen.