“Denk je dat je speciaal was omdat je zijn mond afveegde en zijn lakens verschoonde? Hij heeft je gewoon gebruikt. Op dezelfde manier als hij iedereen gebruikte. Jij bent gewoon degene die lang genoeg is gebleven om de rotzooi te erven.”
Elises handen krulden zich tot vuisten. Hij keek haar aan alsof hij medelijden met haar had. “Ik zeg alleen, als je na hem gaat opruimen, is het misschien tijd om alles op te ruimen.” Hij knikte in de richting van de zolder. Daarna liep hij naar de veranda om een sigaret te roken.