Achter het gescheurde meubilair vond ze een tweede doos, deze was verstopt achter een vals muurpaneel. Er zaten documenten in: oude certificaten, aandelen, bankafschriften op haar naam. Hij had in de loop der jaren in stilte dingen overgedragen.
De meeste waren bescheiden; obligaties, spaargeld, een bescheiden rekening bij een lokale bank, maar één map bevatte een akte van een stuk land waar ze nog nooit van had gehoord, in een stad twee staten verderop. Ernaast lag een post-it: “Het uitzicht op het meer was altijd je favoriet.” Ze leunde achterover op haar hielen, het stof beet in haar keel, het gewicht van dit alles drong tot haar door.