Hij zat een tijdje doodstil, zijn handen rustend op zijn wandelstok, zijn blik naar buiten gericht. Elise vond dat hij ontroerd keek op een manier die niet paste bij de eenvoud van de uitwisseling, alsof haar gebaar een herinnering had aangeraakt in plaats van een actueel ongemak.
Ze bestudeerde hem nieuwsgierig en vroeg zich af welk leven die zachte ogen en weloverwogen bewegingen had gevormd. Ze wilde zich niet opdringen, dus keek ze weg, zichzelf eraan herinnerend dat veel oudere veteranen om hun eigen redenen emoties dicht bij de oppervlakte droegen.