Thuis schrobde hij het vuil van zijn handen en gooide de handschoenen in de verbrandingspot achter de schuur. Daarna zat hij tot zonsopgang op de veranda, de lege koffiekop afkoelend tussen zijn handpalmen. Hij wist dat het stom en riskant was, maar de gedachte om ze te vertragen, al was het maar voor een dag, gaf hem een sprankje opluchting dat hij in maanden niet had gevoeld.
Halverwege de ochtend, terwijl hij vanaf zijn veranda toekeek, rolde de eerste graafmachine de put in en stopte. Een arbeider schreeuwde naar de voorman en zwaaide met iets kleins en metaalachtigs. De commotie verspreidde zich snel. Binnen een uur stonden de vrachtwagens geparkeerd, verzamelden de arbeiders zich en kwam er een wit busje aanrijden met gemeentelijke veiligheid op de zijkant gestencild.