Walvis slokte plotseling een duiker op – mensen waren verbijsterd toen ze zagen wat er gebeurde

Door zwakke spleten van gefilterd licht ving hij glimpen op: strepen van zilveren vissen, schaduwen van massieve lichamen die in formatie draaiden. De duisternis wiegde in het ritme, bijna hypnotiserend. Ondanks de angst die aan hem knaagde, voelde hij ook een vreemde veiligheid, alsof dit levende fort hem had opgeëist om onbegrijpelijke redenen.

Aan dek ontstonden ruzies. Eén duiker stond erop dat ze sonarschoten zouden gebruiken om de walvissen op te drijven. Een andere schreeuwde dat sonar Nathaniel’s trommelvliezen zou kunnen beschadigen, of erger. De kustwacht luisterde grimmig, gevangen tussen urgentie en terughoudendheid. Elke optie leek op het randje van een mes te balanceren, tussen redding en onherstelbare schade.