Die ochtend begon als elke andere expeditie. Hun kleine vaartuig dobberde lui op turquoise water, de uitrusting kletterde bij elke deining. Gelach zweefde over het dek, vermengd met het geroep van meeuwen. Maar onder hen pulseerde het rif met leven en ver buiten hun gezichtsveld had iets groots hun aanwezigheid al opgemerkt.
Het eerste teken kwam in de vorm van trillingen. Zwakke trillingen schuurden langs hun vinnen, alsof de zeebodem zelf uitademde. Scholen vis verschoven abrupt, in eenstemmigheid. Dolfijnen verdwenen zonder te spelen. Nathaniel observeerde de patronen met nieuwsgierigheid, niet wetende dat de oceaan een samenkomst ensceneerde die maar weinig mensen ooit van dichtbij hadden meegemaakt.