Legendes groeiden, opnieuw gevormd door het doorvertellen. Voor vissers was hij de man die de mythe in gleed en terugkeerde. Voor zeelieden, een waarschuwing verpakt in ontzag. Voor Nathaniel bleef het eenvoudiger: een moment van onwaarschijnlijk medeleven toen een wezen van de diepte ervoor koos om hem van de vijand weg te houden.
Toen hij weer bij het rif stond, de golven kabbelend tegen zijn enkels, fluisterde Nathaniel in de wind. “Het heeft mij gered. Ik zal nu werken om hen te redden.” De zee glinsterde van stilte, alsof ze zijn woorden erkende. Hij draaide zich om, voor altijd veranderd en voor altijd gedragen.