Na een tijdje kwam er een dokter haar kamer binnen. “Emily, we hebben de gegevens van je smartwatch bekeken. Je hebt bijna zeven uur geslapen op het strand,” zei hij, met een rustige maar bezorgde stem. Emily’s hart sloeg een slag over. De stilte in de kamer was dik, en elke seconde die voorbij tikte voelde zwaar en onheilspellend. De dokter schraapte zijn keel voordat hij verder ging: “Het betekent dat wat – of wie dan ook – je dit heeft aangedaan, het heeft gedaan terwijl je sliep.”
Een rilling liep over Emily’s rug. De rustige scènes op het strand, de zacht kabbelende golven, de warmte van de zon – nu leek alles bedreigend, en elke herinnering droeg een onopgemerkt gevoel van gevaar met zich mee. Wat was er met haar gebeurd in die kwetsbare momenten op het strand? Of zoals de dokter suggereerde, wie was er met haar gebeurd?!