Onder de vakkundige handen van de dierenarts kregen de dieren hun eerste echte verzorging. Hij maakte wonden schoon, behandelde infecties en onderzocht de zwaksten onder hen. De wolf keek aandachtig toe, haar oren spitsten zich bij elke beweging.
Uren gingen voorbij, maar de sfeer werd lichter toen de dieren tekenen van verbetering vertoonden. De zwakste, wiens ademhaling oppervlakkig en moeizaam was, liet een zachte gil horen. Het was het kleinste geluidje, maar het vulde de kamer met hoop. Marianne glimlachte en haar hart zwol op van opluchting.