De dorpskroeg werd al gevuld met gefluister. Boeren zwoeren dat ze griezelige kreten hadden gehoord die uit de rivier weerklonken tijdens stormen. Een kind beweerde gloeiende ogen te hebben gezien die vanaf de oever toekeken. Adrian luisterde vanuit een hoekje mee, wetend dat hun angsten overdreven waren, maar dat er een kern van waarheid in zat.
Iets anders deed Adriaans bloed verkoelen toen hij het hoorde. Een groep boeren mompelde dat ze het dier zouden doodschieten om hun schapen te beschermen. Gewoon een beschermende maatregel, beweerden ze. Als hij niet ingreep, wist hij dat er iets vreselijks zou gebeuren.