Deze keer had Adrian veldnotities bij zich en noteerde hij details tussen zijn ziekenhuisoproepen door. “Dag twee: nog steeds in positie. Geen eetgedrag waargenomen. Lijkt zwak. Ogen naar beneden gericht.” Zijn collega’s plaagden hem omdat hij zich overgaf aan een persoonlijk project, maar ze begrepen niet dat dit gedrag zich niet liet verklaren.
Hij pauzeerde opnieuw, de paraplu druipend, en fluisterde onder zijn adem: “Waarom beweeg je niet?” De wolf antwoordde natuurlijk niet, maar zijn oren flitsten bij zijn stem. Hij had hem gehoord. Een rilling liep over Adrian’s rug bij de gedachte dat hij het misschien begreep.