Dat was het breekpunt. Clara struikelde achteruit, haar jurk bleef haken aan de rand van de trap, haar handen trilden toen ze zich losrukte. Ze kon niet ademen, ze kon daar geen seconde langer blijven staan terwijl haar zus de woorden sprak die voor haar bestemd waren. Tranen vertroebelden haar zicht toen ze zich omdraaide en wegrende, de ademstoten en het geroezemoes van de menigte achtervolgden haar door het gangpad.
De gasten stonden verward op, sommigen riepen haar naam, maar ze keek niet om. Elke stap voelde als vuur onder haar voeten, haar vernedering weerklonk luider dan de muziek die haar ooit had verwelkomd. Tegen de tijd dat ze door de deuren de open lucht in sprong, was Clara’s gesnik losgebarsten.