In plaats van aan te vallen, bewoog Aurora zich voort met een langzame, weloverwogen tred, haar massieve poten stil op de rots. Ze was een berg van witte vacht en spieren. De andere verzorgers zwegen en keken naar haar. Ze naderde de pup langzaam, haar bewegingen eerder onderzoekend dan agressief. De dierenverzorgers in tactische posities hielden hun krachtige verdovingsgeweren gereed, hun vingers zweefden over de trekkers.
Maar Aurora toonde geen enkele agressie. Ze stopte op een paar meter van de puppy, liet haar enorme kop zakken en liet een zacht, puffend geluid horen – een teken van niet-bedreigende nieuwsgierigheid. De puppy voelde geen direct gevaar, kwispelde met zijn staart en kwam voorzichtig dichterbij.
Toen deed Aurora iets wat de hele menigte ademloos achterliet. Ze gaf de puppy een zacht duwtje met haar enorme, zwarte neus. Het hondje reageerde door speels te gillen en haar snuit te likken. De spanning in de lucht verdampte en werd vervangen door een verbijsterde, eerbiedige stilte.