Maak jij ook weleens ruzie met je broers en/of zussen?

Opgroeien met broers en zussen is veelal leuk, want je hebt altijd iemand om mee te spelen. Maar het leven met broers en zussen gaat niet altijd over rozengeur en maneschijn. Op jongere leeftijd is er geen ontkomen aan dat je elkaar weleens flink in de haren vliegt. Maar zit er ook iets achter deze terugkerende ruzies? En hoe erg is al dat geruzie onderling? Het wetenschappelijke blad Quest zocht het uit.

Ruziemaken met een broer of zus kunnen kinderen als de besten.

Broers en zussen

Wie is opgegroeid met een broer of zus herkent het direct: het begint met wat gekibbel, maar het eindigt al gauw met grof geweld. Regels? Die zijn er niet. Van slaan tot schoppen, alles is toegestaan. En een half uur later kon alles weer koek en ei zijn tussen jullie. Waar komen alleen al deze conflicten vandaan? En zijn deze slecht voor de ontwikkeling van een kind of valt het allemaal wel mee? Op deze vragen krijgen we het verlossende antwoord van Quest.

Vertekent beeld

Pedagoge Susan Branje van Universiteit Utrecht beaamt dat de stoppen makkelijk door kunnen slaan bij kinderen. Uit een onderzoek waar Branje aan meewerkt blijkt dat er gemiddeld zo’n twee keer per week een serieuze ruzie tussen broers en zussen uitbreekt. Het lijkt vaak om kleine zaken te gaan, zoals pesterig gedrag of als de een meer krijgt dan de ander. Toch geeft dit volgens Branje een vertekend beeld. “Het onderwerp is meestal iets alledaags, maar vaak ligt daar iets onder”, aldus de pedagoge tegen Quest. Voorbeelden kunnen grote broers zijn die de baas willen spelen of juist de Benjamins van het gezin die altijd overal mee weg komen. Lees snel verder op de volgende pagina.