Hij ging niet in discussie. Huilde niet. Knikte alleen flauwtjes, nam de voorgeschreven pijnstillers in en liep zonder vragen te stellen naar buiten. Het zonlicht buiten voelde te fel, te onverschillig. Tegen de tijd dat hij thuiskwam, was de papieren zak in zijn hand verfrommeld en was de pijn in zijn zij teruggekeerd.
Het appartement zag er bij daglicht anders uit. Hij keek om zich heen en realiseerde zich dat hij niets had opgebouwd. Geen huis, geen spaargeld, niet eens een auto. Elk salaris was opgegaan aan muziek, drank en late nachten. Hij had zich niet voorbereid op een toekomst omdat hij nooit verwachtte die nodig te hebben. Maar nu kwam de rekening: 50.000 dollar en geen ontsnappen aan.