Dus toen Lucy hem vertelde dat ze zwanger was, voelde hij van binnen iets breken – iets vreugdevols, iets heiligs. Hij hield haar vast, deed wilde beloftes en fluisterde dromen die hij nooit eerder durfde uit te spreken. Ze zouden eindelijk een gezin stichten. Een jongen zou de vloek verbreken. Een jongen zou zijn bloedlijn verlossen.
De eerste echo voelde als magie, tot de dokter naar het scherm wees en zei: “Twee meisjes.” Lucy lachte, huilde, gloeide. Justin knikte, glimlachte, kuste haar hand. Maar onder de blijdschap nestelde zich een kleine pijn. Hij wilde gelukkig zijn. Hij was gelukkig. Maar het was niet helemaal de droom.