Justin had altijd geloofd dat het leven bedoeld was om verslonden te worden, niet om gemeten te worden. Toen hij 56 was, leefde hij nog steeds als een man die niets te verliezen had. De zon, de muziek, de late avondnevel van Ibiza wikkelde zich om hem heen als een oude vriend. Overdag bediende hij tafels en bij maanlicht danste hij.
Regels hadden nooit veel voor hem betekend. Zich settelen, een hypotheek betalen, kinderen opvoeden, dat waren kooien die andere mensen voor zichzelf bouwden. Justin zweefde door steden, landen, decennia, op een wolk van feestjes en gepoederde nachten. Hij droeg zijn vrijheid als een insigne. Maar de laatste tijd begon het te rafelen.