Onrust dreef hem terug naar de daad. Hij trok de coördinaten opnieuw na en testte variaties. Het patroon verschoof als hij het aanpaste voor weglatingen, voor vervaagde woorden. Hij krabbelde nieuwe aantekeningen, hertekende de plattegrond van de tuin. Plotseling kwam er een nieuw punt tevoorschijn, niet ver van het eerste, maar dichtbij genoeg om van belang te zijn.
Het was logisch. Tientallen jaren waren verstreken sinds Henry de code had getekend. Land verschoof, bomen groeiden, wortels verspreidden zich. De exacte plek zou verplaatst kunnen zijn, dieper begraven onder jaren van verwaarlozing. Andrews hartslag versnelde met hernieuwd doelgerichtheid. Hij was dichtbij geweest. De vergissing was geen mislukking – alleen de tijd die zichzelf herschikte.