Haar vader zei dat de schuur verboden terrein was, maar wat ze binnen vond na de erfenis veranderde alles

Haar vuisten waren gebald. Haar borst brandde. Niet vanwege de erfenis. Niet vanwege de schuur. Omdat ze haar niet zagen. De volgende ochtend ging ze terug naar de schuur en trok de zware deuren open. Haar vingers trilden, maar haar kaak was recht.

Ze was klaar met stil zijn. Ze ging iets maken van deze plek. Claire keerde net na zonsopgang terug naar de schuur, gehuld in een molton die nog vaag naar haar vaders aftershave rook. De ochtend was koud genoeg om haar vingertoppen te prikkelen, en de vorst kleefde aan het hoge gras buiten de schuur alsof de wereld nog niet besloten had of ze de winter zou loslaten.