Ze keek terug naar de vuilniszak die ze zojuist had vernietigd en toen naar de anderen die nog steeds in de schaduw stonden te wachten. Haar hartslag versnelde – niet van angst, maar van de aantrekkingskracht van iets diepers. Dit was geen rommel. Dit was geplant. Claire stond op en hield de sleutel stevig vast.
Haar handen trilden – niet van de kou, maar van het onmogelijke besef dat in haar opkwam. Er was hier meer. En wat het ook was, haar vader wilde dat ze het zou vinden. Claire verspilde geen tijd.