Strandgangers zien honderden mysterieuze eieren aanspoelen – wat volgt laat hen sprakeloos achter

Arthur liep over het vertrouwde pad naar het strand, zijn laarzen knarsten licht over de met zand bedekte promenade. Hij verwachtte meeuwen, golven, misschien een paar vroege zwemmers. Wat hij in plaats daarvan aantrof deed hem koud stoppen.

Het was druk aan de waterkant, niet met mensen, maar met vormen. Tientallen. Gitzwart, ovaal en glad als met olie doordrenkte stenen. Ze dobberden in de ondiepe branding, eerst roerloos. Toen huiverde er een. Een rimpeling verspreidde zich. Een andere pulseerde zwakjes, als iets dat ademde onder een membraan. De lucht voelde plotseling te stil.

Arthur schreeuwde niet. Dat kon hij niet. Niet toen er tientallen van die dingen vlak achter de branding dobberden – zwart, glinsterend en pulserend. Het strand was minuten geleden nog vol gelach. Nu waren het kreten, klauterende voeten, gevallen speelgoed en doodsbange ouders die hun kinderen bij het water weghaalden.