Hij liet de verrekijker zakken, zijn armen zwaar. Zijn mond was droog. Had hij het zich verbeeld? Nee. Nee, het was te vast geweest. Te echt. Hij voelde nog steeds de onrust die het in zijn buik veroorzaakte. Er was daar iets. Iets dat niemand anders wilde erkennen.
Hij stond daar nog even, het warme strand gonsde achter hem van gelach, blaffende honden en verwaaide gesprekken. Hij voelde zich volledig losgekoppeld van dit alles. Het was alsof de oceaan iets had gefluisterd dat alleen hij had gehoord. Alleen hij had het gezien.