Arthur bleef eerst roerloos staan, starend naar het onmogelijke schouwspel, een surrealistische mix van afschuw en bevestiging die hem overspoelde. Toen een van de eieren bij de kustlijn onnatuurlijk schudde – slechts een ruk, een schok – kwam hij in beweging. Hij draaide zich om en rende met de rest mee.
Arthur sprintte het duinpad op, zijn hart bonkte, zijn adem stokte. Hij stopte niet voordat hij bij zijn truck was en met trillende handen de deur open kreeg. Hij sloeg hem achter zich dicht en draaide de sleutel om. De motor kwam tot leven en de radio knetterde.