Een tijdje zat hij daar maar, kijkend naar de lege weg door zijn voorruit, de radio mompelend op de achtergrond. Zijn hand tintelde nu. Of misschien verbeeldde hij het zich. Hoe dan ook, de stilte van de buitenwereld maakte het alleen maar erger. Hoe kon het dat niemand iets zei?
Na bijna een uur wachten, twijfelen en naar zijn huid staren tot de kleur begon te vervagen, kon Arthur het niet meer aan. Hij draaide de sleutel weer om en reed de truck weer de weg op, richting het strand. Maar het strand was niet meer open.