“Sommige lagen barstten open. Deze eieren,” ze gebaarde naar de tafel, “waren waarschijnlijk begraven in een diepzee geul. De seismische activiteit heeft ze losgemaakt en een zeldzame combinatie van stromingen heeft ze naar boven gedragen.” Arthur was stil, terwijl hij het gewicht ervan in zich opnam.
“We denken dat ze tot een soort reuzeninktvis behoorden,” ging Elsom verder. “Niet zoals we die vandaag de dag kennen. Deze waren… oeroud. Intelligent. Mogelijk top roofdieren van hun tijd. Hun biologie suggereert een aanpassing aan verpletterende diepten…”