Hij wachtte tien lange minuten, zijn blik gericht op de weg waar ze altijd aan kwam draven met dat zelfverzekerde stuitertje. Niets. Alleen passerende studenten en af en toe een fietser. Er ontstond een doffe pijn achter zijn ribben. Er klopte iets niet. Ze miste nooit twee dagen achter elkaar. Nooit.
Een paar studenten merkten Pedro op toen hij buiten stond. Een van hen, een meisje met een broodje in haar hand, vroeg zachtjes: “Geen Lola vandaag?” Pedro schudde zuchtend zijn hoofd. “Gisteren kwam ze ook al niet. Ik weet niet waar ze heen is. Ik begin me zorgen te maken.” De bezorgdheid op hun gezichten weerspiegelde wat hij van binnen voelde.