Nu konden ze alleen nog maar wachten. Pedro hield zijn telefoon altijd dichtbij en sprong op als hij zoemde. Maar elke keer was het gewoon een leverancier, een melding van een levering of zijn vrouw die incheckte. Niemand had Lola gezien. Niemand had gebeld. De stilte begon aan hem te knagen.
Die avond, na het sluiten van de winkel, klom Pedro in zijn oude auto en begon langzaam rond de buitenranden van de campus te rijden. Hij hield zijn raampje omlaag en riep zachtjes haar naam. Een of twee keer zag hij een flits van zwart-witte vacht en zijn hart maakte een sprongetje – om vervolgens weer te zakken.