Mijn dochter (19) ging tegen onze wil om met een man (43)

Nora voelde het ook. Ze bewoog zich thuis voorzichtiger, haar voetstappen zachter en haar toon zachter, alsof ze een gewond dier kalmeerde. Toch gaf ze nooit op. Elke keer als we om antwoorden vroegen, herhaalde ze hetzelfde liedje: “Alsjeblieft. Geef me wat tijd. Als je het nu zou weten, zou het alles verpesten.”

De buren werden brutaler met hun vragen. Een vrouw in de kerk leunde na de dienst naar binnen. “Ik hoor dat Nora iemand heeft,” fluisterde ze. “Ouder. Is ze… veilig?” Ik forceerde een glimlach, loog door mijn tanden. Veilig. Het woord stak, want veiligheid was niet wat me achtervolgde – het was vertrouwen, dat draadje voor draadje uit elkaar viel.