Ethan kwam aanzetten met warmwaterkruiken en dekens. Maar het was Bella die op de bank klom, haar lichaam dicht tegen het verblijf drukte en de warmte werd die ze nodig hadden. Het alarm viel stil. De welpen sliepen. Ethan zat daar in het schijnsel van de noodverlichting en staarde naar Bella terwijl ze de moederloze welpen bewaakte.
“Brave meid,” fluisterde hij, hoewel de woorden zwaarder wogen dan lof. Ze droegen dankbaarheid, ongeloof en een belofte die hij niet helemaal kon vormen: dat hij haar niet alleen zou laten staan. Dagen werden weken en de welpen begonnen te veranderen. Hun ogen gingen open, eerst troebel, toen scherp met nieuwe nieuwsgierigheid.