Tegen de ochtend gonsde het verhaal door het kleine bergstadje: hoe een nederige wiskundeleraar en zijn trouwe hond een zeldzaam wit kalf hielpen redden van meedogenloze stropers. De plaatselijke bevolking noemde Wade een held, maar hij wuifde de titel weg. Hij voelde alleen dankbaarheid – voor Milo, voor het bos en voor de gewonde eland wiens stille smeekbede alles in beweging zette.
Terwijl agenten druk bezig waren met het verwijderen van vallen en het verzamelen van bewijsmateriaal, staarde Wade nog een laatste keer naar de eland. Het massieve dier keek hem aan en draaide zich toen om om het kalf te knuffelen, alsof hij wilde beloven dat ze het allebei zouden volhouden. Iets in die blikwisseling ontdooide de aanhoudende angst in Wade’s hart.