Het was een rustige zaterdagochtend in een buitenwijk. Samantha was net uit haar sluimer ontwaakt en keek naar het zonlicht dat op de madeliefjes in haar tuin scheen. Het was een prachtige dag en ze voelde hoe haar geliefde kat Juniper met de kwastjes van het gordijn speelde.
Samantha was achtendertig, een voormalige bedrijfsadvocate die ooit haar leven had opgebouwd in het rusteloze hart van New York City. Nadat haar echtscheiding alles had verwoest waar ze zo hard voor had gewerkt, begonnen de wolkenkrabbers en de drukke straten haar te verstikken. Ze had een ontsnapping nodig – iets rustigers, kleiners, echts.